antwoord

antwoord (Niederländisch)

Substantiv, n

n	Singular	Plural
Wortform	het antwoord	de antwoorden
Diminutiv	het antwoordje	de antwoordjes

Worttrennung:

ant·woord, Plural: ant·woor·den

Aussprache:

IPA: [ˈɑnt.ʋoːrt]

Hörbeispiele:  antwoord ^(Info) Plural:  antwoorden ^(Info)

Bedeutungen:

[1] mündliche, schriftliche oder nonverbale Reaktion

Gegenwörter:

[1] vraag

Verkleinerungsformen:

[1] antwoordje

Beispiele:

[1] Het antwoord is geen antwoord op mijn vraag.

Die Antwort ist keine Antwort auf meine Frage.

Wortbildungen:

[1] antwoorden, antwoordapparaat

Übersetzungen

 [1] mündliche, schriftliche oder nonverbale Reaktion

Deutsch: Antwort f Englisch: answer → en, reply → en

Referenzen und weiterführende Informationen:

[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „antwoord“

[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „antwoord“

[1] etymologiebank.nl (Datenbank niederländischer und afrikaanser etymologischer Wörterbücher): „antwoord“