achternaam

Aus Wiktionary, dem freien Wörterbuch

achternaam (Niederländisch)[Bearbeiten]

Substantiv, m[Bearbeiten]

m Singular Plural

Wortform de achternaam de achternaamen

Diminutiv het achternaampje de achternaampjes

Worttrennung:

ach·ter·naam, Plural: ach·ter·na·men

Aussprache:

IPA: [ɑχtərnaːm]
Hörbeispiele: Lautsprecherbild achternaam (Info)

Bedeutungen:

[1] Name der Familie zu der man gehört

Verkleinerungsformen:

[1] achternaampje

Beispiele:

[1] Wat is uw achternaam?
Wie lautet ihr Nachname?

Übersetzungen[Bearbeiten]

[1] Van Dale Onlinewoordenboek: „achternaam
[1] uitmuntend Wörterbuch Niederländisch-Deutsch: „achternaam