Zum Inhalt springen

Flexion:houden

Aus Wiktionary, dem freien Wörterbuch

houden (Konjugation) (Niederländisch)

[Bearbeiten]
Aktiv
Infinitive nichterweitert erweitert
imperfektiv gegenwärtig houden te houden
zukünftig zullen houden te zullen houden
perfektiv gegenwärtig hebben gehouden te hebben gehouden
zukünftig gehouden zullen hebben gehouden te zullen hebben
Partizip IPartizip IIImperativKonjunktiv I
houdendgehoudensg. hou(d)pl. (veraltet) houdthoude
IndikativSingularPlural
Imperfektiv1. Person2. Person3. Person1. Person2. Person3. Person
ikjij, jeugij, gehij, zij, hetwij, wejulliezij, ze
Präsens (o.t.t.)hou(d)houdthoudthoudthoudthoudenhoudenhouden
Präteritum (o.v.t.)hieldhieldhieldhieldthieldhieldenhieldenhielden
Futur (o.t.t.t.)zal houdenzult/zal houdenzult/zal houdenzult houdenzal houdenzullen houdenzullen houdenzullen houden
Konditional (o.v.t.t.)zou houdenzou houdenzou(dt) houdenzoudt houdenzou houdenzouden houdenzouden houdenzouden houden
Perfektiv1. Person2. Person3. Person1. Person2. Person3. Person
ikjij, jeugijhij, zij, hetwijjulliezij
Präsensperfekt (v.t.t.)heb gehoudenhebt gehoudenhebt/heeft gehoudenhebt gehoudenheeft gehoudenhebben gehoudenhebben gehoudenhebben gehouden
Präteritumperfekt (v.v.t.)had gehoudenhad gehoudenhad gehoudenhadt gehoudenhad gehoudenhadden gehoudenhadden gehoudenhadden gehouden
Futurperfekt (v.t.t.t.)zal gehouden hebbenzal/zult gehouden hebbenzult/zal gehouden hebbenzult gehouden hebbenzal gehouden hebbenzullen gehouden hebbenzullen gehouden hebbenzullen gehouden hebben
Konditionalperfekt (v.v.t.t.)zou gehouden hebbenzou gehouden hebbenzou/zoudt gehouden hebbenzoudt gehouden hebbenzou gehouden hebbenzouden gehouden hebbenzouden gehouden hebbenzouden gehouden hebben
Unpersönliches Passiv
imperfektivperfektiv
Präsenser wordt gehoudener is gehouden
Präteritumer werd gehoudener was gehouden
Futurer zal gehouden wordener zal gehouden zijn
Konditionaler zou gehouden wordener zou gehouden zijn
Passiv
Infinitive unerweitert erweitert
imperfektiv gegenwärtig gehouden worden gehouden te worden
zukünftig gehouden zullen worden gehouden te zullen worden
perfektiv gegenwärtig gehouden zijn gehouden te zijn
zukünftig gehouden zullen zijn gehouden te zullen zijn
SingularPlural
Imperfektiv1. Person2. Person3. Person1. Person2. Person3 Person
ikjij, jeugijhij, zij, hetwijjulliezij
Präsens (o.t.t.)word gehoudenwordt gehoudenwordt gehoudenwordt gehoudenwordt gehoudenworden gehoudenworden gehoudenworden gehouden
Präteritum (o.v.t.)werd gehoudenwerd gehoudenwerd gehoudenwerdt gehoudenwerd gehoudenwerden gehoudenwerden gehoudenwerden gehouden
Futur (o.t.t.t.)zal gehouden wordenzult gehouden wordenzult gehouden wordenzult gehouden wordenzal gehouden wordenzullen gehouden wordenzullen gehouden wordenzullen gehouden worden
Konditional (o.v.t.t.)zou gehouden wordenzou gehouden wordenzou/zoudt gehouden wordenzoudt gehouden wordenzou gehouden wordenzouden gehouden wordenzouden gehouden wordenzouden gehouden worden
Perfektiv1. Person2. Person3. Person1. Person2. Person3. Person
ikjij, jeugijhij, zij, hetwijjulliezij
Präsensperfekt (v.t.t.)ben gehoudenbent gehoudenbent/is gehoudenzijt gehoudenis gehoudenzijn gehoudenzijn gehoudenzijn gehouden
Präteritumperfekt (v.v.t.)was gehoudenwas gehoudenwas gehoudenwaart gehoudenwas gehoudenwaren gehoudenwaren gehoudenwaren gehouden
Futurperfekt (v.t.t.t.)zal gehouden zijnzult gehouden zijnzult gehouden zijnzult gehouden zijnzal gehouden zijnzullen gehouden zijnzullen gehouden zijnzullen gehouden zijn
Konditinalperfekt (v.v.t.t.)zou gehouden zijnzou gehouden zijnzou/zoudt gehouden zijnzoudt gehouden zijnzou gehouden zijnzouden gehouden zijnzouden gehouden zijnzouden gehouden zijn